“Dit herken ik, mam!” riep Boaz, toen we na twee dagen reizen bij Living Waters Village aankwamen. Ervan uitgaande dat je de kaart van Indonesië niet helemaal uit je hoofd kent, bij deze een klein overzicht van de reis: van Bali vlogen we via Java naar Pontianak (Kalimantan), van waar we de volgende dag met de auto ruim 5 uur reden naar Sanggau, een stad waar we bij kennissen overnachtten. Weer een dag later en nog eens 5 uur rijden (lang leve de luisterboeken van Carry slee), bracht ons eindelijk terug naar ‘ons’ dorp in de jungle van Borneo.
Vier en een half jaar geleden reden we voor het laatst het dorp uit; Sophie was net 6, Eylin 4, Judah 1 ½ en Boaz zat nog in een hele bolle buik. Hij had blijkbaar door m’n navel naar buiten gespiekt, en herkende de omgeving dus gewoon.
Hoe we deze week in onze oude woonplaats hebben beleefd, is moeilijk in woorden uit te drukken. Het dorp is zo’n bijzondere plek, dat als je er nooit geweest bent, het lastig voor te stellen is hoe daar zo’n 800 kinderen en jongeren samen wonen en samen leven. Misschien volg je onze verhalen nog niet zo lang en weet je helemaal niets van onze tijd in Kalimantan. Van 2011 tot 2019 hebben we daar gewoond en een groot deel van die tijd woonden er 16 kinderen en jongeren bij ons in huis. Er staan veel van deze grote gezinshuizen in dit dorp; net als een basisschool, middelbare school, kliniek, bakkerij, kerk en nog veel meer. Om te zorgen dat het samenleven met zoveel mensen en vooral kinderen een beetje georganiseerd verloopt, is er een redelijk vast ritme voor hoe de dagen verlopen. Daar stapten we dus zo weer in - dat ritme - en draaiden voor een weekje er zo weer in mee. Het voelde zo vertrouwd en gewoon. Het was een soort van thuiskomen!

Toch was het ook heel duidelijk dat we een poos weg waren geweest: wat waren alle kinderen gegroeid! En dat vonden ze natuurlijk ook van onze kids, die zich bijna niemand meer konden herinneren. Alleen het vriendinnetje van Eylin, waar ze door de jaren heen nog af en toe brieven naar schreef, die herkende ze nog! En vanaf het eerste moment waren ze weer dikke vriendinnen.
Aan ons oude huis hadden de meiden ook nog wat herinneringen en her en der zagen ze wat bekends in het dorp en tussen de mensen die daar wonen. Het was een goede afsluiting van een periode in hun leven, waar ze vanuit Nederland nog zoveel aan hebben gedacht en over hebben gesproken.
Wat hebben we genoten van het weerzien van onze vrienden, oud-collega’s, de kinderen (ondertussen tieners en zelfs jong volwassenen) die bij ons in huis hebben gewoond! We reden rond in onze eigen auto, op het dak natuurlijk. Genoten intens van de prachtige natuur, het uitzicht over de bergen, de apen die je in de verte hoorde roepen. Reden op de motor over jungle-paden. Zwommen in de rivier en werden enorm verwend door allerlei lekkers en gezelligheid bij verschillende gezinshuizen waar we werden uitgenodigd voor een lunch of diner. Een week was zo weer voorbij. En ondanks dat dit dorp zo ontzettend ver weg ligt (ook vanuit Bali), hopen we er zeker nog vaker langs te kunnen gaan.
Reactie plaatsen
Reacties
Wat fijn dat jullie weer even naar 'huis' konden. Genieten en bijtanken.
Heerlijk! Die herkenning ( van Boaz.en Eylin!)
En het klopt helemáál: deze fantastische plek aan het einde wereld! Daar wil je toch gráág ( weer) naar toe!!